Een ieder die krachtens schenking of erfrecht ondernemingsvermogen verkrijgt is daarover schenk- respectievelijk erfbelasting verschuldigd. Om te voorkomen dat de belastingheffing de continuïteit van de onderneming in gevaar brengt, zijn er bedrijfsopvolgingsregelingen in het leven geroepen. Deze regelingen bestaan uit vrijstellingen en uit uitstel van betalingsregelingen.

De bedrijfsopvolgingsregeling heeft zijn huidige vorm in 1998 gekregen. De vrijstelling bedroeg 25%. Dit percentage is door de jaren heen stapsgewijs opgehoogd naar 30, 60 en 75. In 2010 is de bedrijfsopvolgingsregeling herzien. Het voorstel was om de vrijstelling verder te verhogen naar 90%. Dit voorstel is uiteindelijk middels een amendement gewijzigd in die zin dat nu een deel van de verkrijging wordt vrijgesteld tegen 100% en een deel tegen 83%.

Het deel dat voor 100% wordt vrijgesteld, is gerelateerd aan de waarde die de verkrijger verkrijgt in de achterliggende objectieve onderneming. Dat is tot een bedrag van € 1.084.851 vrijgesteld. Het deel erboven is vrijgesteld voor 83%. De bedrijfsopvolgingsregeling kan van toepassing zijn voor een ondernemer in de IB-sfeer, maar ook voor een DGA.

De voorwaarden waaraan u moet voldoen om van de bedrijfsopvolgingsregeling gebruik te kunnen maken zijn:

  • De overledene moet minimaal 1 jaar eigenaar van de onderneming zijn geweest
  • De verkrijger moet de onderneming minimaal 5 jaar voortzetten

De betalingsregeling ziet op het ondernemingsvermogen boven de € 1.084.851. Het eerste deel is volgens de bedrijfsopvolgingsregeling al vrijgesteld. U kunt hiervoor uitstel van betaling aanvragen. Als u uitstel van betaling krijgt, sturen wij u een conserverende aanslag. Deze aanslag hoeft u niet meteen te betalen; u mag er maximaal 10 jaar over doen. Wanneer u dit bedrag uiteindelijk betaalt, moet u er ook invorderingsrente over betalen. Als u binnen 10 jaar stopt moet u alsnog de verschuldigde belasting voldoen.

Als er meerdere erfgenamen zijn, dan erft in veel gevallen slechts 1 iemand de onderneming. De overige erfgenamen hebben dan een vordering op degene die de onderneming verkrijgt. Zij kunnen hiervoor maximaal 10 jaar uitstel van betaling krijgen. Wanneer zij de erfbelasting uiteindelijk betalen, betalen zij ook invorderingsrente.

Meer over aangifte erfbelasting 2021